Je hebt je nagels gelakt en na de eerste paar dagen bladdert je mooie lakje er al af. Frustrerend? JA! Door de jaren heen ben ik door een paar handige trucjes al die chips de baas geworden. Benieuwd hoe? Lees snel verder.
Buffer, buffer en buffer
Gebruik voordat je jouw nagels gaat lakken een buffervijl. Door een paar keer met een buffervijl over de oppervlakte van je nagel te gaan, wordt je nagel een stuk egaler. Weg dus met alle ribbeltjes, oneffenheden en afbladderende stukjes. Het resultaat? Gladde en glanzende nagels. Bij een glad en effen oppervlakte hecht nagellak veel beter en daarnaast ziet het er ook nog eens mooier uit.
Partners in crime: een base- en topcoat
Gebruik bij het nagellakken altijd, ja écht altijd, een base- en topcoat. Hiermee verleng je de houdbaarheid van je nagellak met een aantal dagen. Een basecoat bereidt jouw nagels als het ware voor op het nagellakken. Het maakt je nagels namelijk gladder en het gaat verkleuringen tegen. Sluit vervolgens je nagellaksessie af met een topcoat. Dit goedje zorgt ervoor dat de lak langer blijft zitten en dat het er mooi glanzend uitziet. Doe de dagen na je manicure ook nog een laagje topcoat op je nagels. Hierdoor zorg je ervoor dat de lak echt muurvast zit.
Laagje voor laagje
Wees niet te bescheiden met je nagellak maar ook zeker niet te royaal. Breng altijd dunne laagjes aan. Te dikke lagen bladderen namelijk sneller af. Wacht daarnaast geduldig af totdat het laagje droog is. De ultieme test hiervoor is om heel zachtjes twee nagels tegen elkaar aan te tikken. Als je voelt dat de lak nog plakt, moet je nog even wachten met de volgende laag. Vergeet dus niet dat nagellakken een geduldig taakje is.
Goede nagellak
Kwalitatieve nagellak scheelt het halve werk. Investeer daarom eens in een goed lakje. Je portemonnee is dan misschien niet helemaal tevreden, maar kwalitatief goede nagellak kan echt het verschil uitmaken. Aanraders zijn lakjes van Essie, OPI en Ciaté. Niet goedkoop, maar dan heb je ook wat.
Bron foto: StyleList.