“Nagels zijn jouw visitekaartje”, hoorde ik laatst iemand zeggen. En daar zit natuurlijk wel degelijk een kern van waarheid in! Afgekloven nagels met een zwarte randje eronder kunnen natuurlijk niet tegen perfect gelakte en verzorgde nagels op. Lees nu hoe je dat laatste kan bereiken!
Stap 1: nagellak remover
First things first: pak er watjes en nagellak remover bij, óók als je geen oude restjes nagellak op hebt. Er zit vaak altijd wat vettigheid op je nagels. Dat kan bij de volgende stappen problemen opleveren. Nagellak hecht namelijk minder goed op een vettige basis. Ga als eerste stap daarom even met nagellak remover over je nagels.
Stap 2: veilen
Wil jij je nagels ‘kortwieken’? Gebruik dan liever geen schaartje. Dat is namelijk slecht voor je nagels. Ze worden door een nagelschaartje kwetsbaarder en kunnen dus eerder scheuren en breken. Pak er liever een veil bij. En vergeet niet om één kant op te veilen! Maak dus geen zigzagbewegingen.
Stap 3: nagelriemen
Nagellak staat het mooist bij nette en verzorgde nagelriemen. Pak dus die hardnekkige nagelriemen eens een keer aan! Gebruik een speciale cuticle remover en doe deze op je nagelriemen. Laat het even intrekken en duw vervolgens de nagelriemen terug met een bokkenpootje. Door de cuticle remover zijn je nagelriemen zachter geworden zodat je er wat gemakkelijker beweging in krijgt. Als je niet vaak je nagelriemen terug duwt, zal het in het begin wel wat moeilijker (en pijnlijker…) gaan. Maar hoe vaker je het doet, hoe beter het zal gaan!
Stap 4: base
Een goede basis is belangrijk. Breng voor het echte werk een laagje basecoat aan. Dit geeft meer stevigheid en het zorgt ervoor dat de andere laagjes nagellak beter hecht. Bovendien gaat het verkleuring tegen. Geen gele nagels dus!
Stap 5: laagje voor laagje
Haal de kleurtjes maar tevoorschijn! Belangrijke tip: kies voor kwalitatief goede nagellak als je wilt dat het lakken makkelijker gaat én het langer blijft zitten. Breng een dun laagje nagellak aan en wacht totdat deze laag goed droog is. Breng vervolgens een tweede laag aan. Zo’n tweede laag is negen van de tien keer altijd nodig: de kleur wordt duidelijker en mooier en de lak blijft hierdoor het langer zitten. Breng eventueel ook nog een derde laag aan.
Stap 6: finish
Om het af te maken gebruik je ten slotte een topcoat: een laagje nagellak dat de lak beschermd en het er mooier doet uit zien. Een topcoat kan de ‘houdbaarheid’ van je gelakte nagels ook echt verlengen.
Stap 7: wachten
Geduld is een schone zaak. Vooral als het om nagels lakken gaat. Heb geduld en wacht totdat de lak écht droog is. De test om te kijken of ze droog zijn is om voorzichtig twee nagels tegen elkaar aan te tikken. Voel je dat ze dan nog plakkerig zijn? Dan moet je nog wat langer wachten. Probeer tijdens het wachten ook niet veel met je handen te doen. Zo voorkom je streepjes en deukjes.
Stap 8: tot in de puntjes
Zitten er niet alleen nagellak op je nagels maar ook op de huid? Dip een wattenstaafje in wat nagellak remover en haal de vlekjes voorzichtig weg. Of wacht totdat de nagellak echt goed droog is en haal het er met een borsteltje en wat zeep (desnoods ook nog een scrub) eraf.
Stap 9: handcrème
De handen kunnen inmiddels droog zijn geworden. Vooral nagellak en cuticle remover kunnen je huid flink uitdrogen. Smeer je handen als laatste stap daarom even in met een lekkere handcrème. Daarna genieten maar van je mooie manicure!